Ted van Lieshout
Biografie
  Ted van Lieshout werd op 21 december 1955 geboren in Eindhoven. Na de middelbare school ging hij in Amsterdam (waar hij sinds 1975 woont) aan de Gerrit Rietveldacademie studeren. In datzelfde jaar werden zes gedichten gepubliceerd in een debutantenbundel. Vijf jaar later studeerde hij af en ging aan de slag als illustrator en grafisch ontwerper. Tot 1984 bestonden zijn werkzaamheden voornamelijk uit het ontwerpen van boekomslagen voor uitgeverijen als De Arbeiderspers en Manteau, en het maken van tekeningen voor kranten en tijdschriften als NRC-Handelsblad, Huisarts & Praktijk en Vrij Nederland. Hij was tevens huistekenaar van het vijf jaren-project 'Lees je knetter'.
Bibliografie
In 1982 begon hij te illustreren voor De Blauw Geruite Kiel, de kinderkrant van Vrij Nederland, en vanaf 1984 publiceerde hij daarin gedichten en verhalen. De eerste publicatie was De achterkant van mijnheer van Vliet.
    Twee jaar later verschenen zijn eerste boeken: de jeugdroman
    Raafs Reizend Theater bij Van Goor en de eerste
    dichtbundel Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen
    bij Leopold. Deze bundel werd in 1987 onderscheiden als beste
    bundel met een Vlag & Wimpel. In dat jaar
    verscheen het verhaal 'Zondag' in het boek 'Dit is echt
    gebeurd!', dat net als het derde boek, Luitje en de
    limonademoeder, werd uitgegeven bij Van Goor. Bij Leopold
    verscheen de tweede dichtbundel, Als ik geen naam had kwam
    ik in de Noordzee uit. Bij Zwijsen verscheen in 1988
    Kaatje Koe, bij Van Goor De allerliefste jongen van
    de hele wereld, waarvoor hij in 1989 een Vlag &
    Wimpel kreeg, en bij Leopold de derde dichtbundel
    Och, ik elleboog me er wel doorheen, die in 1989 met een
    Zilveren Griffel werd bekroond. In 1989 verscheen
    Kind te huur bij Van Goor en in 1990 Ik ben een
    held, dat in 1991 werd onderscheiden met een Vlag
    & Wimpel en dat ook werd Getipt door
    de Kinderjury; Zwijsen publiceerde Giel heeft een geheim
    en Leopold Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel,
    waarvoor Ted van Lieshout in 1991 zijn tweede Zilveren
    Griffel kreeg en daarnaast de Kunst voor
    Kinderenprijs, een initiatief van studenten van de
    sectie Kind & Media van de Universiteit van Leiden. In 1993
    werd de bundel door een internationale jury onderscheiden met
    de Premio Europeo Letteratura Giovanile Pier Paolo
    Vergerio. Voor de illustraties in het
    poëzieprentenboek werd hij geëerd met plaatsing op de
    IBBY Honour List.
    Het volgende boek was Majlent, dat in 1991 bij Van Goor
    verscheen. In dat jaar kwam bij dezelfde uitgeverij het boek
    'Een kerstmis vol verhalen' uit, met daarin zijn verhaal
    'Kerstopa'.
    
In 1992 verschenen bij Leopold Het droevige leven van
    Weggedaantje Stippelmuis en de vijfde dichtbundel,
    Multiple noise. In 1993 publiceerde hij het
    samenleesboek Wat drink je? O, pies! bij Van Goor en ook
    bij die uitgeverij De winkel van Wimper; bij Zwijsen
    verscheen Toen oma weg was, dat in 1994 een Vlag
    & Wimpel kreeg. In 1994 verscheen bij Leopold
    Begin een torentje van niks. Deze bundel werd bekroond
    met de Gouden Griffel 1995, die nooit eerder in
    de 40-jarige geschiedenis van de prijs werd toegekend aan een
    bundel van één auteur, noch in de jaren erna.
    In 1995 verscheen bij Van Goor het kleine voorleesboek
    Herrie en bij Leopold werden de niet meer verkrijgbare
    eerste drie bundels gedichten opnieuw uitgebracht, thans in
    één band en onder de titel Van, Als & Och. In 1996 verscheen
    Gebr. bij Van Goor. Dat boek won de allereerste
    Zilveren Zoen in 1997; Mijn tuin, mijn
    tuin, een prentenboek met collages van Daan Remmerts de
    Vries dat bij Querido verscheen in 1996, kreeg in 1997 een
    Zilveren Griffel. In de allerlaatste dagen van
    1997 verscheen het poëzieprentenboek Een lichtblauw
    kleurpotlood bij Leopold.
    Begin 1998 kwam Stil leven uit bij SUN, een "essay" voor
    kinderen vanaf tien over kunstgeschiedenis. Het boek werd
    onderscheiden met een Zilveren Zoen 1999.
    In 1999 werd Bruder, de Duitse vertaling die Mirjam
    Pressler maakte van Gebr., onderscheiden met de
    Deutscher Jugendliteraturpreis. Meer 
    vertalingen van Gebr. volgden: de Deense, Duitse,
    Engelse, Estlandse, Franse, Italiaanse,Koreaanse, Noorse en
    Zweedse. Het boek werd genomineerd voor de Marsh Award
    in Groot Brittannië, won de Noorse
    Vertalersprijs en de Prix Farniente in
    Wallonië, een jeugdjuryprijs.
In datzelfde jaar verscheen de achtste dichtbundel bij uitgeverij Leopold: Zeer kleine liefde. Die werd in 2001 bekroond met de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs.
In mei 2000 kwam de negende dichtbundel bij uitgeverij Leopold uit, de liedjes die hij schreef voor Het Klokhuis: Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik.
In 2001 verschenen Klein groen koffertje (Leopold) en
    in april 2002 kwam bij uitgeverij Leopold het "poëssay"
    Papieren Museum uit, dat in 2003 werd genomineerd voor
    De Gouden Uil.
    In 2003 verschenen de poëzieverzamelbundel Jij bent
    mijn mooiste landschap (Leopold) en de omnibus Luitje,
    Wimper & Pipet (Van Goor), met daarin drie eerder
    verschenen boeken.
    In dat jaar werd hij, als enige jeugdboekenschrijver,
    genomineerd voor de eerste Brabantse Schrijversprijs, een
    nieuwe onderscheiding voor een literair oeuvre; in 1989 al werd
    hij onderscheiden met de oeuvreprijs voor beginnende
    schrijvers, het Charlotte Köhler
    Stipendium.
    Papieren Museum 2 (Leopold) verscheen in augustus 2004,
    direct gevolgd door Goochelaar! bij uitgeverij Van Goor.
    In 2005 verscheen bij Leopold het poëzieprentenboek
    Mama! Waar heb jij het geluk gelaten? Voor dit boek won
    hij in 2006 zijn vierde Zilveren Griffel. In dat
    jaar verschenen bij Nieuw Amsterdam en Leopold respectievelijk
    Ik en de koningin en Van Ansjovis tot Zwijntje,
    dat genomineerd werd voor De Gouden Uil 2007.
In 2007, 2008 en 2009 verschenen respectievelijk 3 en 4 en 1 (Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam) drie kinderkijkboeken (“telboekserie”) over de collectie van het Rijksmuseum, bij Leopold Papieren Museum 3, Spin op sokken (dit boek leverde hem in 2009 zijn vijfde Zilveren Griffel op) en Twee ons liefde. Voor uitgeverij Querido verzorgde hij vanaf 2008 de redactie van de poëziejaarboeken, waarvan in 2010 het derde deel verscheen. In 2010 verscheen ook het laatste deel van de telboekserie, 2. Voor het Nederlands Literair Productie en Vertalingenfonds schreef hij in 2009 de catalogus bij de internationale tentoonstelling van Nederlandse kinderboekillustratoren die in 2010 van start is gegaan, An Elephant Came By.
In 2009 verzorgde hij, samen met Sieb Posthuma, het Kinderboekenweekprentenboek: Koekjes! Het stond twee weken op 1 in de CPNB Bestseller top 60.
In 2010 kreeg Ted van Lieshout een Zilveren Griffel voor zijn verzamelde gedichten Hou van mij en een Vlag & Wimpel voor de samenstelling van het tweede poëziejaarboek van Querido. Hij kreeg voorts de Leesgoedprijs en ook de eerste Willem Wilminkprijs voor beste kinderlied: Onberispelijk uit de muziektheatervoorstelling Ik en de koningin met muziek van Oene van Geel. In dit jaar werden ongeveer dertig “beeldsonnetten” tentoongesteld in Galerie WG-Kunst.
In 2011 verschenen Driedelig paard, waarin hij “blokgedichten” introduceerde, en Vijf draken verslagen, het vierde deel van de Querido’s Poëziespektakelreeks.
In 2012 verscheen Ted van Lieshouts eerste roman voor volwassenen bij Querido: Mijn meneer.
Sinds 1984 schrijft Ted van Lieshout scènes en liedjes voor de NPS-televisieprogramma's Sesamstraat (hij schreef onder andere Sinterklaasspecials en creëerde de Oma van Frank, gespeeld door de inmiddels overleden Joekie Broedelet) en van 1988 tot 2008 voor Het Klokhuis. De opvallendste figuur die hij daarin ten tonele voerde was Yvette de Vriesch, een milieuonvriendelijke dame die gespeeld werd door Loes Luca.
In 1989 schreef hij het toneelstuk 'Dubbele Dief' voor het
    Amsteltoneel (thans Huis aan de Amstel).
    Voor volwassenen schreef hij het door de NCRV in 1991
    uitgezonden 'Kabouters bestaan niet, tenzij ze bestaan', en
    voor de NOS de korte televisiefilm 'Ben stout...', eveneens in
    1991 uitgezonden als aflevering van de serie 'Suite 215'. In
    het jaar daarop werd, in dezelfde serie, het televisiespel
    'Toyboy' uitgezonden.
    Hij had een belangrijk schrijversaandeel in de NOS-serie 'De
    Mankementenshow', waarvoor hij behalve scènes ook liedjes
    schreef. Bovendien werkte hij mee aan de comedyserie 'Vrienden
    voor het leven' en 'De Van Duin Show'. Daarnaast schreef en
    bewerkte hij liedjes voor Jenny Arean, Karin Bloemen en Lenette
    van Dongen.
    In 2008 bewerkte hij zijn Ik en de koningin tot
    theaterstuk.
Tot medio 1990 was Ted van Lieshout werkzaam aan de
    Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag als
    docent tekenen en illustreren.
In 1998 won hij een subsidie van de Stichting Lezen voor de publieke omroep die zijn leesbevorderend spelprogramma S.O.S. op de buis brengt. Het plan haalde de omroep echter niet en de veertigduizend gulden zijn dan ook niet uitgekeerd.
Van 2002 tot 2010 zat Ted van Lieshout in het bestuur van de
    VvL (Vereniging van Letterkundigen) en de koepelorganisatie
    VSenV (Vereniging van Schrijvers en Vertalers); daarnaast
    ijvert hij voor betere subsidiemogelijkheden voor
    illustratoren.
In 2004 werd Ted van Lieshout de vijfde Leonardo-hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Deze leerstoel, voor dubbeltalenten, werd eerder bekleed door Hugo Brandt Corstius, Rutger Kopland, Jan Terlouw en Leo Vroman, en na hem door onder andere Wim T. Schippers, Wim de Bie en Cox Habbema. In september 2005 werd het gasthoogleraarschap afgesloten met de Leonardo-lezing: ‘Kunst voor alle leeftijden’.
In 2006 was hij gastconservator van de Kinderkunsthal Villa Zebra te Rotterdam en verzorgde daar de tentoonstelling ‘Bang Bootje’.
In datzelfde jaar ontwikkelde hij, samen met Niels Schrader, digitale toepassingen van poëzie voor het internet, waaronder de Poetry Compressor.
In 2009 ging op zijn initiatief het project het Nationaal Declamatie Concours van start, een samenwerkingsverband met Avro, Stichting Lezen en Amsterdam Wereldboekenstad, om het lezen van poëzie te bevorderen.
In hetzelfde jaar initieerde hij de Middag van het
    Kinderboek en organiseerde hij samen met Hans Hagen deze
    protestbijeenkomst over de matige positie van
    kinderboekenschrijvers, die ertoe leidde dat er weer schot kwam
    in de totstandkoming van het Modelcontract voor
    Kinderboeken. De Middag van het Kinderboek is een jaarlijks terugkerend
    evenement geworden. 
    De door Van Lieshout, samen met Hagen, geïnitieerde
    Gouden Lijst, een protestprijs omdat de CPNB de prijs
    voor beste jeugdboek van het jaar ophief, is door diezelfde
    CPNB in het derde jaar van het bestaan van de MvhK
    overgenomen en geïnstitutionaliseerd als nieuwe prijs voor
    het beste jeugdboek in de categorie 12 tot 15 jaar.
Ted van Lieshout werd in 2009 onderscheiden met de driejaarlijkse Theo Thijssen-prijs (de voormalige Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur) (60.000 euro) voor heel zijn oeuvre. De prijs werd in Den Haag uitgereikt.
Boeken en prijzen
Raafs Reizend Theater (Van Goor 1986)
    Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen (Leopold
    1986) Vlag & Wimpel 1987
    Luitje en de limonademoeder (Van Goor 1987) 
Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit
    (Leopold 1987)
    Kaatje Koe (Zwijsen 1988)
    De allerliefste jongen van de hele wereld (Van Goor
    1988) Vlag & Wimpel 1989
    Och, ik elleboog me er wel doorheen (Leopold 1988)
    Zilveren Griffel 1989
Kind te huur (Van Goor
    1989) 
Ik ben een held (Van Goor 1990) Vlag &
    Wimpel 1990, Getipt door de Kinderjury1990
    Giel heeft een geheim (Zwijsen 1990)
    Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel (Leopold 1990)
    Zilveren Griffel 1991, Prijs van Padua 1993, Kunst voor
    Kinderprijs, IBBY Honour List
    Majlent, jongen in meisjesdagen (Van Goor 1991) 
Weggedaantje Stippelmuis (Leopold 1992)
    Multiple noise (Leopold 1992
    Wat drink je? O, pies! (Van Goor 1992)
    De winkel van Wimper (Van Goor 1993) 
Toen oma weg was (Zwijsen 1993) Vlag & Wimpel 1994
Begin een torentje van niks (Leopold 1994)
    Gouden Griffel 1995
    Herrie (Van Goor 1995)
    Gebr. (Van Goor 1996) Zilveren Zoen 1997, Duitse
    Jeugdliteratuurprijs 1999, Marsh Award nominatie, Prix
    Farniente 2003, Oversetpremien Norway
Mijn tuin, mijn tuin (Querido 1996) Zilveren
    Griffel 1997
Een lichtblauw kleurpotlood (Leopold
    1997) 
Stil leven (SUN 1998) Zilveren Zoen
    1998
    Zeer kleine liefde (Leopold 1999) Nienke van
    Hichtum-prijs 2001
    Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik
    (Leopold 2000)
    Klein groen koffertje (Leopold 2001)
    Papieren Museum (Leopold 2002) Nominatie Gouden
    Uil 2005
Jij bent mijn mooiste landschap (Leopold 2003)
    Papieren Museum 2 (Leopold 2004) 
Goochelaar! (Van Goor 2004)
Mama! waar heb jij het geluk gelaten? (Leopold 2004) Zilveren Griffel 2006
Ik en de koningin (Nieuw Amsterdam 2006)
Van Ansjovis tot Zwijntje(Leopold 2006) Nominatie Gouden Uil 2007
3 (Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam 2007)
Papieren Museum 3 (Leopold 2007)
4 (Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam 2008)
Spin op sokken (Leopold 2008) Zilveren Griffel 2009, Boekenpluim, Nominatie Wentelprijs 2009
Twee ons liefde (Leopold 2008)
Kwam dat zien! Kwam dat zien!(samenstelling, Querido 2008)
Ik ben een held (herziene heruitgave) (Nieuw Amsterdam 2008)
Ik wil een naam van chocola(samenstelling, Querido 2009) Vlag & Wimpel 2010
1 (Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam 2009)
Koekjes! (CPNB 2009)
Hou van mij (Leopold 2009) Zilveren Griffel 2010
An elephant came by (NLPVF 2010)
Wie heeft hier met verf lopen smijten? (samenstelling, Querido 2010)
2 (Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam 2010)
Driedelig paard (Leopold 2011)Woutertje Pieterse Prijs 2012
Vijf draken verslagen (samenstelling, Querido 2011)
Mijn meneer (Querido)
Overige prijzen, oeuvre:
Charlotte Köhlerstipendium 1989
Nominatie Prijs der Brabantse Letteren 2003
Theo Thijssen-prijs 2009
Leesgoedprijs 2010
Willem Wilmink Prijs 2010